Wat is RRT?
Regressie- en reïncarnatietherapie (RRT) gaat er -net als veel andere vormen van psychotherapie- vanuit dat problemen die je nu ervaart zijn ontstaan door onverwerkte (traumatische) gebeurtenissen in het verleden.
Het verschil tussen RRT en andere therapieën zit voornamelijk in wat verstaan wordt onder ‘verleden’. Voor de meeste therapieën -ook voor regressietherapie- geldt dat het werkgebied teruggaat tot in de jeugd, soms tot de geboorte. Regressie- en reïncarnatietherapie gaat verder terug: een aantal trauma’s is al ontstaan tijdens vorige levens en is nu nog in je onderbewuste aanwezig. We werken dan ook zowel in je huidige leven als in de geboorte, zwangerschap, conceptie en in vorige levens.
Een wezenlijk deel van ons (bewustzijn, ziel, geest) overleeft steeds het lichamelijk sterven en komt na korte of langere tijd weer in een nieuw lichaam: het incarneert opnieuw.
De therapie bestaat uit het zodanig herbeleven en alsnog verwerken van tot nu toe onverwerkte ervaringen, dat de daarmee verbonden problemen en klachten in het heden verdwijnen.
RRT werkt met trance, niet te verwarren met hypnose.
Het grootste verschil tussen trance en hypnose is dat je in trance er tijdens de hele sessie met je huidige bewustzijn bij blijft. Er ontstaan als het ware twee brandpunten in je bewustzijn, een in het verleden en een in het heden.
Dat is ook nodig, want een ander belangrijk element van RRT is dat de cliënt zelf de verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar eigen verleden. De therapie is dan ook niet alleen gericht op verwerken van trauma, maar ook op inzicht. Een cliënt moet willen weten waardoor zijn problemen zijn ontstaan en inzicht willen krijgen in zijn zielsontwikkeling.